smerig
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sme·rig
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van smeren met het achtervoegsel -ig [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | smerig | smeriger | smerigst |
verbogen | smerige | smerigere | smerigste |
partitief | smerigs | smerigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
smerig
- bijzonder vuil
- Doe eerst die smerige broek eens in de was!
- zeer slecht van smaak
- schunnig, gemeen
- wat een smerige streek is dat!
- Rondom Albert hield iedereen even de adem in. Toen barstte het geschreeuw los. De smeerlappen. Die moffen zijn nog geen steek veranderd, wat een smerig tuig! Barbaren, enz. En dan ook nog een jonge en een oude man! [2]
- ▸ Het was tenslotte erg smerig om menselijke uitwerpselen te zien liggen met wapperend WC papier erop.[3]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. Bijzonder vuil
Gangbaarheid
- Het woord smerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "smerig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ smerig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 14
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be