schuur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schuur (hulp, bestand)
- IPA: / sxyr / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /sχyːr/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /sxyːr/
Woordafbreking
- schuur
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘loods’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schuur | schuren |
verkleinwoord | schuurtje | schuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bouwkunde) een opslagplaats bij het huis of de boerderij
- Zet die fiets eens in de schuur.
Hyponiemen
- graanschuur, hooischuur, korenschuur, pottenschuur, toneelschuur, veldschuur, voorraadschuur, vreetschuur
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Om één slechte oogst brandt de boer zijn schuur niet af
Eén enkele tegenslag gaat wel voorbij
Vertalingen
1. een opslagplaats bij het huis
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schuren |
schuur
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuren
- Ik schuur.
- gebiedende wijs van schuren
- Schuur!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuren
- Schuur je?
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord schuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "schuur" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "schuur" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ schuur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %