graanschuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

graanschuur in Havelte
Uitspraak
Woordafbreking
  • graan·schuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord graanschuur graanschuren
verkleinwoord graanschuurtje graanschuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de graanschuurv / m

  1. (landbouw) gebouw waarin men graan kan bewaren
  2. (figuurlijk) gebied dat veel graan oplevert voor een bepaalde regio wordt wel aangeduid als 'de graanschuur' van die regio
    • De oorspronkelijke bewoners worden verjaagd. In Equatoria, doorgaans de graanschuur van Zuid-Soedan, mobiliseert de overheid milities om dorpen met vermeende sympathisanten van de oppositie aan te vallen.[2] 
    • Oost-Azië staat voor een race tegen honger en ondervoeding, voorspelt de VN-organisatie FAO. Steeds vaker mislukken oogsten door droogte en overstromingen. Australië wil de graanschuur van Azië worden, maar faalt.[3]  
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Koert Lindijer 27 maart 2017
  3. Volkskrant VAN ONZE BUITENLANDREDACTIE 11 maart 2014