bergplaats

Uit WikiWoordenboek
bergplaats [1]
bergplaats [2]

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • berg·plaats
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bergplaats bergplaatsen
verkleinwoord bergplaatsje bergplaatsjes

Zelfstandig naamwoord

de bergplaatsv / m

  1. opbergplaats, plaats om zaken op te kunnen slaan
    • Een bergplaats kan makkelijk veranderen in een rommelhok. 
  2. Een plaats (dorp of stad) in de bergen
    • Veel bergplaatsen zijn bekend van de vakantie. 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be