sanctioneren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van sanctioneren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | sanctioneren | te sanctioneren | ||||||||
toekomend | zullen sanctioneren | te zullen sanctioneren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gesanctioneerd | te hebben gesanctioneerd | ||||||||
toekomend | gesanctioneerd zullen hebben | gesanctioneerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
sanctionerend | gesanctioneerd | ev. sanctioneer |
mv. verouderd sanctioneert |
sanctionere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | sanctioneer | sanctioneert | sanctioneert | sanctioneert | sanctioneert | sanctioneren | sanctioneren | sanctioneren | |||
verleden (o.v.t.) | sanctioneerde | sanctioneerde | sanctioneerde | sanctioneerde | sanctioneerde | sanctioneerden | sanctioneerden | sanctioneerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal sanctioneren | zult/zal sanctioneren | zult/zal sanctioneren | zult sanctioneren | zal sanctioneren | zullen sanctioneren | zullen sanctioneren | zullen sanctioneren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou sanctioneren | zou sanctioneren | zou(dt) sanctioneren | zoudt sanctioneren | zou sanctioneren | zouden sanctioneren | zouden sanctioneren | zouden sanctioneren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gesanctioneerd | hebt gesanctioneerd | hebt/heeft gesanctioneerd | hebt gesanctioneerd | heeft gesanctioneerd | hebben gesanctioneerd | hebben gesanctioneerd | hebben gesanctioneerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gesanctioneerd | had gesanctioneerd | had gesanctioneerd | hadt gesanctioneerd | had gesanctioneerd | hadden gesanctioneerd | hadden gesanctioneerd | hadden gesanctioneerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gesanctioneerd hebben | zal/zult gesanctioneerd hebben | zult/zal gesanctioneerd hebben | zult gesanctioneerd hebben | zal gesanctioneerd hebben | zullen gesanctioneerd hebben | zullen gesanctioneerd hebben | zullen gesanctioneerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gesanctioneerd hebben | zou gesanctioneerd hebben | zou/zoudt gesanctioneerd hebben | zoudt gesanctioneerd hebben | zou gesanctioneerd hebben | zouden gesanctioneerd hebben | zouden gesanctioneerd hebben | zouden gesanctioneerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gesanctioneerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gesanctioneerd | er is gesanctioneerd | |||||||||
verleden | er werd gesanctioneerd | er was gesanctioneerd | |||||||||
toekomend | er zal gesanctioneerd worden | er zal gesanctioneerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gesanctioneerd worden | er zou gesanctioneerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gesanctioneerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gesanctioneerd worden | gesanctioneerd te worden | ||||||||
toekomend | gesanctioneerd zullen worden | gesanctioneerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gesanctioneerd zijn | gesanctioneerd te zijn | ||||||||
toekomend | gesanctioneerd zullen zijn | gesanctioneerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gesanctioneerd | wordt gesanctioneerd | wordt gesanctioneerd | wordt gesanctioneerd | wordt gesanctioneerd | worden gesanctioneerd | worden gesanctioneerd | worden gesanctioneerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gesanctioneerd | werd gesanctioneerd | werd gesanctioneerd | werdt gesanctioneerd | werd gesanctioneerd | werden gesanctioneerd | werden gesanctioneerd | werden gesanctioneerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gesanctioneerd worden | zult gesanctioneerd worden | zult gesanctioneerd worden | zult gesanctioneerd worden | zal gesanctioneerd worden | zullen gesanctioneerd worden | zullen gesanctioneerd worden | zullen gesanctioneerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gesanctioneerd worden | zou gesanctioneerd worden | zou/zoudt gesanctioneerd worden | zoudt gesanctioneerd worden | zou gesanctioneerd worden | zouden gesanctioneerd worden | zouden gesanctioneerd worden | zouden gesanctioneerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gesanctioneerd | bent gesanctioneerd | bent/is gesanctioneerd | zijt gesanctioneerd | is gesanctioneerd | zijn gesanctioneerd | zijn gesanctioneerd | zijn gesanctioneerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gesanctioneerd | was gesanctioneerd | was gesanctioneerd | waart gesanctioneerd | was gesanctioneerd | waren gesanctioneerd | waren gesanctioneerd | waren gesanctioneerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gesanctioneerd zijn | zult gesanctioneerd zijn | zult gesanctioneerd zijn | zult gesanctioneerd zijn | zal gesanctioneerd zijn | zullen gesanctioneerd zijn | zullen gesanctioneerd zijn | zullen gesanctioneerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gesanctioneerd zijn | zou gesanctioneerd zijn | zou/zoudt gesanctioneerd zijn | zoudt gesanctioneerd zijn | zou gesanctioneerd zijn | zouden gesanctioneerd zijn | zouden gesanctioneerd zijn | zouden gesanctioneerd zijn |