sanctioneer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sanctioneer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sanc·ti·o·neer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sanctioneren |
sanctioneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sanctioneren
- Ik sanctioneer.
- gebiedende wijs van sanctioneren
- Sanctioneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sanctioneren
- Sanctioneer je?