rus

Uit WikiWoordenboek
J. conglomeratus, een russensoort


Nederlands

Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Rus
Uitspraak
Woordafbreking
  • rus
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bies’ voor het eerst aangetroffen in 1174 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord rus russen
verkleinwoord rusje rusjes

Zelfstandig naamwoord

rus m

  1. (plantkunde) Juncus, grasachtige plant [3]
  2. een rechercheur [4]
Gelijkklinkende woorden
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen


Catalaans

Bijvoeglijk naamwoord

rus

  1. Russisch

Zelfstandig naamwoord

rus m

  1. (demoniem) Rus, persoon uit Rusland
  2. (taal) Russisch


Occitaans

Zelfstandig naamwoord

rus m

  1. (taal) Russisch.


Zweeds

Zelfstandig naamwoord

rus o

  1. roes
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rus     ruset     rus     rusen  
genitief   rus     rusets     rus     rusens