rechercheur
Uiterlijk
- Geluid: rechercheur (hulp, bestand)
- re·cher·cheur
- Naamwoord van handeling van rechercheren met het achtervoegsel -eur [1][2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | rechercheur | rechercheurs |
| verkleinwoord | rechercheurtje | rechercheurtjes |
de rechercheur m
- (beroep) iemand die een politioneel onderzoek uitvoert
- De rechercheurs maakten dankbaar gebruik van de genetische resultaten.
- ▸ Op basis van zijn aangifte en foto's van zijn arm, is de politie een onderzoek gestart. Rechercheurs hebben beelden bij de betreffende club opgevraagd, maar er zijn geen verdachten gevonden.[3]
- Het woord rechercheur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rechercheur" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ rechercheur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Jeroen Gortworst“Meer aangiftes van drogeren met een naald, landelijk beeld ontbreekt” (15 mei 2022), NOS - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be