rush
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rush
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rush | rushes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
rush m
- grote toeloop van mensen die anderen voor willen zijn bij het behalen van een voordeel of het afwenden van schade
- Gisteren vond er een rush plaats op supermarkten en winkels. De bevolking sloeg massaal water en etenswaren, die niet aan bederf onderhevig zijn, in. [2]
- (sport) sneller dan anderen vooruit bewegen
- Jeen hervatte zijn lange rush naar de werkelijke eindstreep, hij had maar weinig tijd verloren. [3]
- (balsport) met de bal snel vooruit rennen om zo een gelegenheid tot scoren te laten ontstaan
- Makaay tikte de bal na een rush naast. [4]
- (paardrijden) sneller draven om een of meer andere deelnemers aan een wedstrijd in te halen of een voorsprong te vergroten
- drukte als gevolg van de snelle opeenvolging van zaken die aandacht vragen
- Het is alsof het stilstaan bij de taal, het zich bezinnen op zijn poëzie-instrument Pieter Polanen de bezinning bracht waaraan hij in het dagelijks leven niet toe kwam. Daardoor brachten die momenten die we dan de ‘inspiratie’ noemen, lagen in hem boven die in de rush van alledag verborgen bleven. [5]
- overweldigende korte roes waarin men zich buitengewoon goed voelt
- Tijdens zijn lessen aan de KUL maakt Tytgat zijn studenten duidelijk dat er twee drugs zijn waar je nooit, maar dan ook nooit mee mag experimenteren: "De ene is heroïne. Daar is het risico op verslaving immens groot. Iedereen gaat eronderdoor." Tytgat beaamt ook dat de initiële rush die je van heroïne krijgt 10 000 keer sterker is dan het meest intense orgasme. [6]
- (filmkunst) afdruk van stuk opgenomen filmmateriaal, zoals dat vroeger werd gebruikt voor het monteren
Synoniemen
- [1] stormloop
Verwante begrippen
- [1] goldrush
- [2.1] kick-and-rush
Gangbaarheid
- Het woord rush staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "rush" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[7] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "Hevige rukwinden richtten al grote schade aan. Luis met donderend geweld regelrecht naar St. Maarten" in: Amigoe jrg. 112 nr. 206 (5 september 1995); p. 3 kol. 3; geraadpleegd 2019-01-04
- ↑ Vellenga, D.Een koude oorlog: de Elfstedentocht 1954 2e druk (2004) Arbeiderspers, Amsterdam; ISBN 9789029578080; geraadpleegd 2019-01-04
- ↑ "Haagse opleving in beker wordt zwak Vitesse fataal. Den Haag - Vitesse" in: Trouw jrg. 53 nr. 15681 (30 november 1995); p. 13 kol. 7; geraadpleegd 2019-01-04
- ↑ Kempen, M. vanDe geest van Waraku. Kritieken over Surinaamse literatuur. (1993) Uitgeverij Zuid, Haarlem/Brussel; ISBN 90 6773 007 6; p. 60; geraadpleegd 2019-01-04
- ↑ "Heroïne, dat is als een onvergelijkbaar orgasme" (8 augustus 2017) op website: radio1.be; geraadpleegd 2019-01-04
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudengelse rysc.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
rush | rushes |
Zelfstandig naamwoord
rush
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to rush |
he/she/it | rushes |
verleden tijd | rushed |
voltooid deelwoord |
rushed |
onvoltooid deelwoord |
rushing |
gebiedende wijs | rush |
Werkwoord
rush
- zich haasten
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Filmkunst in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 74 %
- Prevalentie Vlaanderen 88 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Werkwoord in het Engels