pond

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pond
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘muntstuk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1237 [1]
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘gewichtseenheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1277 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pond ponden
verkleinwoord pondje pondjes

Zelfstandig naamwoord

pond o

  1. (financieel) naam voor verschillende munteenheden die in het Verenigd Koninkrijk en sommige Engelstalige landen worden gebruikt
  2. (numismatiek) munstuk of bankbiljet met de waarde van 1 pond
  3. (eenheid) een verouderde maat van gewicht: 1 Engels pond is 454 gram; 1 metrisch pond is 500 gram
Schrijfwijzen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Zelfstandig naamwoord

pond

  1. een klein meer of een vijver.