playbacken/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van playbacken
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		playbacken			te playbacken
	toekomend		zullen playbacken			te zullen playbacken
voltooid	tegenwoordig		hebben geplaybackt			te hebben geplaybackt
	toekomend		geplaybackt zullen hebben			geplaybackt te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	playbackend		geplaybackt			ev. playback	mv. verouderd playbackt	playbacke
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	playback	playbackt	playbackt	playbackt	playbackt	playbacken	playbacken	playbacken
verleden (o.v.t.)	playbackte	playbackte	playbackte	playbackte	playbackte	playbackten	playbackten	playbackten
toekomend (o.t.t.t.)	zal playbacken	zult/zal playbacken	zult/zal playbacken	zult playbacken	zal playbacken	zullen playbacken	zullen playbacken	zullen playbacken
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou playbacken	zou playbacken	zou(dt) playbacken	zoudt playbacken	zou playbacken	zouden playbacken	zouden playbacken	zouden playbacken
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geplaybackt	hebt geplaybackt	hebt/heeft geplaybackt	hebt geplaybackt	heeft geplaybackt	hebben geplaybackt	hebben geplaybackt	hebben geplaybackt
verleden (v.v.t.)	had geplaybackt	had geplaybackt	had geplaybackt	hadt geplaybackt	had geplaybackt	hadden geplaybackt	hadden geplaybackt	hadden geplaybackt
toekomend (v.t.t.t.)	zal geplaybackt hebben	zal/zult geplaybackt hebben	zult/zal geplaybackt hebben	zult geplaybackt hebben	zal geplaybackt hebben	zullen geplaybackt hebben	zullen geplaybackt hebben	zullen geplaybackt hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geplaybackt hebben	zou geplaybackt hebben	zou/zoudt geplaybackt hebben	zoudt geplaybackt hebben	zou geplaybackt hebben	zouden geplaybackt hebben	zouden geplaybackt hebben	zouden geplaybackt hebben
onpersoonlijke lijdende vorm geplaybackt worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt geplaybackt				er is geplaybackt
verleden	er werd geplaybackt				er was geplaybackt
toekomend	er zal geplaybackt worden				er zal geplaybackt zijn
voorwaardelijk	er zou geplaybackt worden				er zou geplaybackt zijn