pinpas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pin·pas
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van pin (letterwoord voor Personal Identification Number) en pas.
enkelvoud meervoud
naamwoord pinpas pinpassen
verkleinwoord pinpasje pinpasjes

Zelfstandig naamwoord

de pinpasm

  1. (financieel), (economie) betaalkaart in Nederland waarmee bedragen rechtstreeks worden afgeschreven van de bankrekening van de betaler
    • Als je de code vergeten bent, kan je niet meer betalen met je pinpas. 
Synoniemen
Antoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be