pedicuren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van pedicuren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		pedicuren			te pedicuren
	toekomend		zullen pedicuren			te zullen pedicuren
voltooid	tegenwoordig		hebben gepedicuurd			te hebben gepedicuurd
	toekomend		gepedicuurd zullen hebben			gepedicuurd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	pedicurend		gepedicuurd			ev. pedicuur	mv. verouderd pedicuurt	pedicure
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	pedicuur	pedicuurt	pedicuurt	pedicuurt	pedicuurt	pedicuren	pedicuren	pedicuren
verleden (o.v.t.)	pedicuurde	pedicuurde	pedicuurde	pedicuurde	pedicuurde	pedicuurden	pedicuurden	pedicuurden
toekomend (o.t.t.t.)	zal pedicuren	zult/zal pedicuren	zult/zal pedicuren	zult pedicuren	zal pedicuren	zullen pedicuren	zullen pedicuren	zullen pedicuren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou pedicuren	zou pedicuren	zou(dt) pedicuren	zoudt pedicuren	zou pedicuren	zouden pedicuren	zouden pedicuren	zouden pedicuren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gepedicuurd	hebt gepedicuurd	hebt/heeft gepedicuurd	hebt gepedicuurd	heeft gepedicuurd	hebben gepedicuurd	hebben gepedicuurd	hebben gepedicuurd
verleden (v.v.t.)	had gepedicuurd	had gepedicuurd	had gepedicuurd	hadt gepedicuurd	had gepedicuurd	hadden gepedicuurd	hadden gepedicuurd	hadden gepedicuurd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gepedicuurd hebben	zal/zult gepedicuurd hebben	zult/zal gepedicuurd hebben	zult gepedicuurd hebben	zal gepedicuurd hebben	zullen gepedicuurd hebben	zullen gepedicuurd hebben	zullen gepedicuurd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gepedicuurd hebben	zou gepedicuurd hebben	zou/zoudt gepedicuurd hebben	zoudt gepedicuurd hebben	zou gepedicuurd hebben	zouden gepedicuurd hebben	zouden gepedicuurd hebben	zouden gepedicuurd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gepedicuurd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gepedicuurd				er is gepedicuurd
verleden	er werd gepedicuurd				er was gepedicuurd
toekomend	er zal gepedicuurd worden				er zal gepedicuurd zijn
voorwaardelijk	er zou gepedicuurd worden				er zou gepedicuurd zijn