Naar inhoud springen

opzwepen

Uit WikiWoordenboek
  • op·zwe·pen

opzwepen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opzwepen
zweepte op
opgezweept
zwak -t volledig
  1. zorgen dat de emoties van mensen hoog oplopen
    • Met zoveel vrolijke mensen in een zonovergoten weide, drankkraampjes die topomzetten draaien en artiesten die het publiek opzwepen lijkt Bevrijdingspop op een gewoon popfestival. [1] 
     Pogue deed wat geld in de jukebox, begon te dansen en zweepte iedereen op.[2]
  2. zorgen dat mensen beter gaan presteren
     Zweept het leven op tot topprestaties, spoort alle deelnemers aan zich te reproduceren.[3]
     Maar ik vocht - o, wat vocht ik! Ik zweepte mijn haat tegen hem op en ergens in mijn achterhoofd drong het tot me door dat ik niet alleen tegen hem vocht, maar ook tegen iets in mezelf .[4]
    • De regerend wereldkampioenen uit Brazilië lieten zich opzwepen door de duizenden enthousiaste toeschouwers en wonnen met 21-17 21-23 en 16-14. Voor Brouwer en Meeuwsen rest nu donderdag de strijd om het brons. [5] 
  3. van water: dat het in een bepaalde richting gedreven wordt
  4. van vuur : dat het harder gaat branden
96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]
  1. Tubantia Nico Heemelaar 10-01-17 2017
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789026356186
  4. Victoria Holt
    “Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731
  5. Tubantia 11-01-2017
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be