ontijzeren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van ontijzeren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | ontijzeren | te ontijzeren | ||||||||
toekomend | zullen ontijzeren | te zullen ontijzeren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben ontijzerd | te hebben ontijzerd | ||||||||
toekomend | ontijzerd zullen hebben | ontijzerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
ontijzerend | ontijzerd | ev. ontijzer |
mv. verouderd ontijzert |
ontijzere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | ontijzer | ontijzert | ontijzert | ontijzert | ontijzert | ontijzeren | ontijzeren | ontijzeren | |||
verleden (o.v.t.) | ontijzerde | ontijzerde | ontijzerde | ontijzerde | ontijzerde | ontijzerden | ontijzerden | ontijzerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal ontijzeren | zult/zal ontijzeren | zult/zal ontijzeren | zult ontijzeren | zal ontijzeren | zullen ontijzeren | zullen ontijzeren | zullen ontijzeren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou ontijzeren | zou ontijzeren | zou(dt) ontijzeren | zoudt ontijzeren | zou ontijzeren | zouden ontijzeren | zouden ontijzeren | zouden ontijzeren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb ontijzerd | hebt ontijzerd | hebt/heeft ontijzerd | hebt ontijzerd | heeft ontijzerd | hebben ontijzerd | hebben ontijzerd | hebben ontijzerd | |||
verleden (v.v.t.) | had ontijzerd | had ontijzerd | had ontijzerd | hadt ontijzerd | had ontijzerd | hadden ontijzerd | hadden ontijzerd | hadden ontijzerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal ontijzerd hebben | zal/zult ontijzerd hebben | zult/zal ontijzerd hebben | zult ontijzerd hebben | zal ontijzerd hebben | zullen ontijzerd hebben | zullen ontijzerd hebben | zullen ontijzerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ontijzerd hebben | zou ontijzerd hebben | zou/zoudt ontijzerd hebben | zoudt ontijzerd hebben | zou ontijzerd hebben | zouden ontijzerd hebben | zouden ontijzerd hebben | zouden ontijzerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm ontijzerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt ontijzerd | er is ontijzerd | |||||||||
verleden | er werd ontijzerd | er was ontijzerd | |||||||||
toekomend | er zal ontijzerd worden | er zal ontijzerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou ontijzerd worden | er zou ontijzerd zijn | |||||||||
lijdende vorm ontijzerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | ontijzerd worden | ontijzerd te worden | ||||||||
toekomend | ontijzerd zullen worden | ontijzerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | ontijzerd zijn | ontijzerd te zijn | ||||||||
toekomend | ontijzerd zullen zijn | ontijzerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | — | — | — | — | wordt ontijzerd | — | — | worden ontijzerd | |||
verleden (o.v.t.) | — | — | — | — | werd ontijzerd | — | — | werden ontijzerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | — | — | — | — | zal ontijzerd worden | — | — | zullen ontijzerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | — | — | — | — | zou ontijzerd worden | — | — | zouden ontijzerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | — | — | — | — | is ontijzerd | — | — | zijn ontijzerd | |||
verleden (v.v.t.) | — | — | — | — | was ontijzerd | — | — | waren ontijzerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | — | — | — | — | zal ontijzerd zijn | — | — | zullen ontijzerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | — | — | — | — | zou ontijzerd zijn | — | — | zouden ontijzerd zijn |