natafelen/vervoeging
Uiterlijk
vervoeging van de bedrijvende vorm van natafelen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | natafelen | na te tafelen | ||||||||
toekomend | zullen natafelen na zullen tafelen |
te zullen natafelen na te zullen tafelen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben nagetafeld | te hebben nagetafeld | ||||||||
toekomend | nagetafeld zullen hebben | nagetafeld te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
natafelend | nagetafeld | ev. tafel na |
mv. verouderd tafelt na |
tafele na (bijzin) natafele | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | tafel na | tafelt na | tafelt na | tafelt na | tafelt na | tafelen na | tafelen na | tafelen na | |||
verleden (o.v.t.) | tafelde na | tafelde na | tafelde na | tafelde na | tafelde na | tafelden na | tafelden na | tafelden na | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal natafelen | zult/zal natafelen | zult/zal natafelen | zult natafelen | zal natafelen | zullen natafelen | zullen natafelen | zullen natafelen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou natafelen | zou natafelen | zou(dt) natafelen | zoudt natafelen | zou natafelen | zouden natafelen | zouden natafelen | zouden natafelen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | natafel | natafelt | natafelt | natafelt | natafelt | natafelen | natafelen | natafelen | |||
verleden (o.v.t.) | natafelde | natafelde | natafelde | natafelde | natafelde | natafelden | natafelden | natafelden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal natafelen na zal tafelen |
zult/zal natafelen na zult/zal tafelen |
zult/zal natafelen na zult/zal tafelen |
zult natafelen na zult tafelen |
zal natafelen na zal tafelen |
zullen natafelen na zullen tafelen |
zullen natafelen na zullen tafelen |
zullen natafelen na zullen tafelen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou natafelen na zou tafelen |
zou natafelen na zou tafelen |
zou(dt) natafelen na zou(dt) tafelen |
zoudt natafelen na zoudt tafelen |
zou natafelen na zou tafelen |
zouden natafelen na zouden tafelen |
zouden natafelen na zouden tafelen |
zouden natafelen na zouden tafelen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb nagetafeld | hebt nagetafeld | hebt/heeft nagetafeld | hebt nagetafeld | heeft nagetafeld | hebben nagetafeld | hebben nagetafeld | hebben nagetafeld | |||
verleden (v.v.t.) | had nagetafeld | had nagetafeld | had nagetafeld | hadt nagetafeld | had nagetafeld | hadden nagetafeld | hadden nagetafeld | hadden nagetafeld | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal nagetafeld hebben | zal/zult nagetafeld hebben | zult/zal nagetafeld hebben | zult nagetafeld hebben | zal nagetafeld hebben | zullen nagetafeld hebben | zullen nagetafeld hebben | zullen nagetafeld hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou nagetafeld hebben | zou nagetafeld hebben | zou/zoudt nagetafeld hebben | zoudt nagetafeld hebben | zou nagetafeld hebben | zouden nagetafeld hebben | zouden nagetafeld hebben | zouden nagetafeld hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm nagetafeld worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt nagetafeld | er is nagetafeld | |||||||||
verleden | er werd nagetafeld | er was nagetafeld | |||||||||
toekomend | er zal nagetafeld worden | er zal nagetafeld zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou nagetafeld worden | er zou nagetafeld zijn | |||||||||
lijdende vorm nagetafeld worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | nagetafeld worden | nagetafeld te worden | ||||||||
toekomend | nagetafeld zullen worden | nagetafeld te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | nagetafeld zijn | nagetafeld te zijn | ||||||||
toekomend | nagetafeld zullen zijn | nagetafeld te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word nagetafeld | wordt nagetafeld | wordt nagetafeld | wordt nagetafeld | wordt nagetafeld | worden nagetafeld | worden nagetafeld | worden nagetafeld | |||
verleden (o.v.t.) | werd nagetafeld | werd nagetafeld | werd nagetafeld | werdt nagetafeld | werd nagetafeld | werden nagetafeld | werden nagetafeld | werden nagetafeld | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal nagetafeld worden | zult nagetafeld worden | zult nagetafeld worden | zult nagetafeld worden | zal nagetafeld worden | zullen nagetafeld worden | zullen nagetafeld worden | zullen nagetafeld worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou nagetafeld worden | zou nagetafeld worden | zou/zoudt nagetafeld worden | zoudt nagetafeld worden | zou nagetafeld worden | zouden nagetafeld worden | zouden nagetafeld worden | zouden nagetafeld worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben nagetafeld | bent nagetafeld | bent/is nagetafeld | zijt nagetafeld | is nagetafeld | zijn nagetafeld | zijn nagetafeld | zijn nagetafeld | |||
verleden (v.v.t.) | was nagetafeld | was nagetafeld | was nagetafeld | waart nagetafeld | was nagetafeld | waren nagetafeld | waren nagetafeld | waren nagetafeld | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal nagetafeld zijn | zult nagetafeld zijn | zult nagetafeld zijn | zult nagetafeld zijn | zal nagetafeld zijn | zullen nagetafeld zijn | zullen nagetafeld zijn | zullen nagetafeld zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou nagetafeld zijn | zou nagetafeld zijn | zou/zoudt nagetafeld zijn | zoudt nagetafeld zijn | zou nagetafeld zijn | zouden nagetafeld zijn | zouden nagetafeld zijn | zouden nagetafeld zijn |