mixer
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mixer
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels mixer, op te vatten als naamwoord van handeling van mixen met het achtervoegsel -er in de betekenis van ‘mengtoestel voor in de keuken’ voor het eerst aangetroffen in 1959 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mixer | mixers |
verkleinwoord | mixertje | mixertjes |
Zelfstandig naamwoord
mixer m
- (gereedschap) apparaat om te mengen, om een mengsel (mix) te maken
- (huishouden) (kookkunst) keukengereedschap om fijne of vloeibare ingrediënten mee te mengen
- (gereedschap) apparaat waarmee audio- en/of videosignalen van verschillende bronnen gemengd kunnen worden, mengpaneel
Hyponiemen
Verwante begrippen
- [1] blender
Vertalingen
1. apparaat om te mengen
2. keukengereedschap
3. apparaat waarmee signalen...
Gangbaarheid
- Het woord mixer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "mixer" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Gereedschap in het Nederlands
- Huishouden in het Nederlands
- Kookkunst in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %