klagen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kla·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘droefheid uiten’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
  • Via het Oudnederlandse klagon te herleiden tot het Proto-Germaanse *klagōn-, wat weer is afgeleid van *klagō-. Verdere herkomst onduidelijk. [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klagen
klaagde
(kloeg[3])
geklaagd
klasse 6

zwak -d
gemengd

volledig

Werkwoord

klagen

  1. inergatief ongenoegen uiten
    • Zolang je goed te eten hebt, heb je niet te klagen. 
     Ik begreep voor het eerst echt wat bedoeld werd met ‘op eigen benen staan’. Hierdoor viel er wel minder te klagen.[4]
     In de huisjes aan de rivieroever werd zoals je had kunnen verwachten geklaagd over het voortdurende lawaai.[5]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Niks te klagen hebben
Positief gestemd of tevreden zijn
  • Steen en been klagen
Heel erg (en meestal overdreven) klagen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "klagen" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. klagen op website: Etymologiebank.nl
  3. Geen standaardtaal, zie taaladvies.net
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  5. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Duits

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klagen
klagte
geklagt
volledig
Uitspraak
Woordafbreking
  • kla·gen

Werkwoord

klagen

  1. klagen