keuze
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- keu·ze
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | keuze | keuzes keuzen |
verkleinwoord | keuzetje | keuzetjes |
Zelfstandig naamwoord
- het besluit om uit verschillende mogelijkheden er één te nemen
- In dat geval heb je geen keuze.
- ▸ Ik had de keuze om 10 kilometer terug te lopen naar een plek waarvan ik zeker wist dat er water was of 8 kilometer door te lopen naar het eerstvolgende beekje, dat echter ook opgedroogd zou kunnen zijn.[1]
- ▸ Door tijdelijk afstand van je vertrouwde leven te nemen en door zonder je partner op pad te gaan, krijg je tijd en ruimte om je leven vanuit een fris perspectief te bekijken, om de keuzes die je hebt gemaakt te analyseren en de tijd die voor je ligt te overdenken.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. het besluit om uit verschillende mogelijkheden er één te nemen
Gangbaarheid
- Het woord keuze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "keuze" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
keuze