kledingkeuze

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kle·ding·keu·ze
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kledingkeuze kledingkeuzes
kledingkeuzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kledingkeuzev / m

  1. de selectie van de kleren die men heeft aangetrokken
     'Vinden mijn collega's echt dat ik eruitzie als een communist?'vroeg Eric, terwijl hij breed lachend zijn bierpul ophief en een korte, dankbare gedachte wijdde aan zijn reiskleding en kledingkeuze van vanavond.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535