instelling
Uiterlijk
- Geluid: instelling (hulp, bestand)
- in·stel·ling
- Naamwoord van handeling van instellen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | instelling | instellingen |
verkleinwoord | instellinkje | instellinkjes |
de instelling v
- (techniek) keer dat iets wordt ingesteld; dat wat ingesteld is
- In deze instelling wordt op het scherm de tijdsmeting weergegeven.
- (bedrijfskunde) organisatie [3] die vaak subsidie van de overheid krijgt
- Een bank is een financiële instelling met winstoogmerk.
- manier om tegen iets aan te kijken of iets te overdenken
- Ik vind zijn instelling tegenover de studie heel positief.
- [2]: instantie [1], institutie, instituut
- [3]: houding, mentaliteit, mindset
|
- [2]: een gesloten instelling
- [2]: een publieke instelling
publieke instellingen
1. keer dat je iets instelt, of wat ingesteld is
2. organisatie, die vaak subsidie van de overheid krijgt en geen geld wil verdienen
3. manier waarop je bezig bent met en denkt over wat je doet
een gesloten instelling
|
een publieke instelling
|
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
1.
- Het woord instelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "instelling" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Bedrijfskunde in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Na te kijken vertalingen
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %