hei
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- hei
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hei | heien |
verkleinwoord | heitje | heitjes |
Zelfstandig naamwoord
Gelijkklinkende woorden
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
heien |
hei
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heien
- Ik hei.
- gebiedende wijs van heien
- Hei!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heien
- Hei je?
Tussenwerpsel
hei
- uitroep om iemands aandacht te trekken
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord hei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hei" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Lets
Tussenwerpsel
hei
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Tussenwerpsel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 80 %
- Woorden in het Lets
- Tussenwerpsel in het Lets