evenwicht
Uiterlijk
- even·wicht
- In de betekenis van ‘toestand van rust door gelijk gewicht aan weerszijden van de balans’ voor het eerst aangetroffen in 1642 [1]
- samenstelling van even en wicht (=gewicht) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | evenwicht | evenwichten |
verkleinwoord |
- (natuurkunde) toestand waarin het gewicht aan beide zijden van een balans gelijk is
- Door toevoeging van dat laatste gewicht kwam de weegschaal weer in evenwicht.
- bij uitbreding: toestand waarbij verschillende op eenzelfde lichaam werkende krachten elkaar opheffen
- Uiteindelijk stopte de wijzer met heen en weer bewegen en kwam bij de waarde 73,5 A in evenwicht.
- ▸ Toen stootte hij mij aan met zijn elleboog. Ik verloor bijna mijn evenwicht.[4]
- toestand van rust of overeenstemming, doordat van verschillende krachten geen de andere te zeer overtreft
- Het politieke krachtenveld was in evenwicht.
- (psychologie) toestand van overeenstemming tussen neigingen en vermogens
- Na een roerige periode in zijn leven kwam hij na zijn trouwen eindelijk in evenwicht.
- (scheikunde) toestand waarbij geen verdere omzetting meer plaatsheeft of die in de ene richting gelijk is aan die in de andere
- evenwichtig, evenwichtsbeginsel, evenwichtsconstante, evenwichtsfunctie, evenwichtsimplantaat, evenwichtsleer, evenwichtsmechanisme, evenwichtsreactie, evenwichtsstoornis, evenwichtssysteem, evenwichtstoestand, evenwichtsverlies, evenwichtszin
- in evenwicht blijven / het evenwicht bewaren
overeind blijven, niet vallen
- • Hij verliest zijn evenwicht, rent als vanzelf nog een paar meter door en stuit dan op het lichaam van de oude Grisonnier, wiens onverwachte dood het vertreksein was geweest voor deze laatste slachtpartij. [5]
- • Nadat het Moeraspaard deze woorden gezegd had stoof het er zo snel vandoor, dat Kleine Woord bijna van zijn rug aftuimelde. Maar hij wist zijn evenwicht te bewaren. [6]
1.
- Het woord evenwicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "evenwicht" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "evenwicht" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ evenwicht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 31
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 19
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 54
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
evenwicht
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Psychologie in het Nederlands
- Scheikunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch