wicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wicht
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘wezen, klein kind, meisje’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • Van Oudgermaans *wihtiz (ding, wezen, gewicht). Vanwaar ook komen: Limburgs wich, Oudengels wiht (Modern: weight en wight), Duits Wicht, Zweeds vätte. Vergelijk ook gewicht.
enkelvoud meervoud
naamwoord wicht wichten
verkleinwoord wichtje wichtjes

Zelfstandig naamwoord

wicht o [2]

  1. (pejoratief) meisje [3]
  2. klein kind [4]
  3. (verouderd) gewicht [5] [6]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[7]

Verwijzingen


Gronings

Woordafbreking
  • wicht

Zelfstandig naamwoord

wicht o

  1. meisje