doorgronden/vervoeging
Uiterlijk
vervoeging van de bedrijvende vorm van doorgronden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | doorgronden | te doorgronden | ||||||||
toekomend | zullen doorgronden | te zullen doorgronden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben doorgrond | te hebben doorgrond | ||||||||
toekomend | doorgrond zullen hebben | doorgrond te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
doorgrondend | doorgrond | ev. doorgrond |
mv. verouderd doorgrondt |
doorgronde | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | doorgrond | doorgrondt | doorgrondt | doorgrondt | doorgrondt | doorgronden | doorgronden | doorgronden | |||
verleden (o.v.t.) | doorgrondde | doorgrondde | doorgrondde | doorgrondde | doorgrondde | doorgrondden | doorgrondden | doorgrondden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal doorgronden | zult/zal doorgronden | zult/zal doorgronden | zult doorgronden | zal doorgronden | zullen doorgronden | zullen doorgronden | zullen doorgronden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou doorgronden | zou doorgronden | zou(dt) doorgronden | zoudt doorgronden | zou doorgronden | zouden doorgronden | zouden doorgronden | zouden doorgronden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb doorgrond | hebt doorgrond | hebt/heeft doorgrond | hebt doorgrond | heeft doorgrond | hebben doorgrond | hebben doorgrond | hebben doorgrond | |||
verleden (v.v.t.) | had doorgrond | had doorgrond | had doorgrond | hadt doorgrond | had doorgrond | hadden doorgrond | hadden doorgrond | hadden doorgrond | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal doorgrond hebben | zal/zult doorgrond hebben | zult/zal doorgrond hebben | zult doorgrond hebben | zal doorgrond hebben | zullen doorgrond hebben | zullen doorgrond hebben | zullen doorgrond hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou doorgrond hebben | zou doorgrond hebben | zou/zoudt doorgrond hebben | zoudt doorgrond hebben | zou doorgrond hebben | zouden doorgrond hebben | zouden doorgrond hebben | zouden doorgrond hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm doorgrond worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt doorgrond | er is doorgrond | |||||||||
verleden | er werd doorgrond | er was doorgrond | |||||||||
toekomend | er zal doorgrond worden | er zal doorgrond zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou doorgrond worden | er zou doorgrond zijn | |||||||||
lijdende vorm doorgrond worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | doorgrond worden | doorgrond te worden | ||||||||
toekomend | doorgrond zullen worden | doorgrond te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | doorgrond zijn | doorgrond te zijn | ||||||||
toekomend | doorgrond zullen zijn | doorgrond te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word doorgrond | wordt doorgrond | wordt doorgrond | wordt doorgrond | wordt doorgrond | worden doorgrond | worden doorgrond | worden doorgrond | |||
verleden (o.v.t.) | werd doorgrond | werd doorgrond | werd doorgrond | werdt doorgrond | werd doorgrond | werden doorgrond | werden doorgrond | werden doorgrond | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal doorgrond worden | zult doorgrond worden | zult doorgrond worden | zult doorgrond worden | zal doorgrond worden | zullen doorgrond worden | zullen doorgrond worden | zullen doorgrond worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou doorgrond worden | zou doorgrond worden | zou/zoudt doorgrond worden | zoudt doorgrond worden | zou doorgrond worden | zouden doorgrond worden | zouden doorgrond worden | zouden doorgrond worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben doorgrond | bent doorgrond | bent/is doorgrond | zijt doorgrond | is doorgrond | zijn doorgrond | zijn doorgrond | zijn doorgrond | |||
verleden (v.v.t.) | was doorgrond | was doorgrond | was doorgrond | waart doorgrond | was doorgrond | waren doorgrond | waren doorgrond | waren doorgrond | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal doorgrond zijn | zult doorgrond zijn | zult doorgrond zijn | zult doorgrond zijn | zal doorgrond zijn | zullen doorgrond zijn | zullen doorgrond zijn | zullen doorgrond zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou doorgrond zijn | zou doorgrond zijn | zou/zoudt doorgrond zijn | zoudt doorgrond zijn | zou doorgrond zijn | zouden doorgrond zijn | zouden doorgrond zijn | zouden doorgrond zijn |