Naar inhoud springen

dia

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: dia-
  • dia
  • In de betekenis van ‘projectieplaatje’ voor het eerst aangetroffen in 1942 [1]
  • afgeleid van het Griekse: 'dia' (door)
enkelvoud meervoud
naamwoord dia dia's
verkleinwoord diaatje diaatjes

de diam

  1. een diafilm, een fotografische film die een positief beeld geeft dat direct goed zichtbaar geprojecteerd kan worden
    • - Een filmrol bestaat eigenlijk uit een groot aantal dia's die zeer snel na elkaar worden geprojecteerd. 
    • - De fragmenten uit de roman fungeren als zéér precieze onderschriften. Hermans schrijft: ‘Mijn bagage weegt bij elkaar nog net geen dertig kilo. Dit blijkt opnieuw als koffer en rugzak worden gewogen op de luchthaven, die een houten gebouwtje is, waaruit een smalle, maar zeer lange steiger in het water uitsteekt. Verder niets.’ Het is heel precies wat je op de foto ziet. De dia’s leiden je stap voor stap door het boek.[2] 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]


dia m

  1. dag


dia

  1. dag (tijdsmaat van 24 uur)


dia

  1. goddelijk


  • dia

dia

  1. hij, zij, soms het


  • di·a
enkelvoud meervoud
dia dias

dia m

  1. dag (tijdsmaat van 24 uur)