designeren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van designeren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | designeren | te designeren | ||||||||
toekomend | zullen designeren | te zullen designeren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gedesigneerd | te hebben gedesigneerd | ||||||||
toekomend | gedesigneerd zullen hebben | gedesigneerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
designerend | gedesigneerd | ev. designeer |
mv. verouderd designeert |
designere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | designeer | designeert | designeert | designeert | designeert | designeren | designeren | designeren | |||
verleden (o.v.t.) | designeerde | designeerde | designeerde | designeerde | designeerde | designeerden | designeerden | designeerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal designeren | zult/zal designeren | zult/zal designeren | zult designeren | zal designeren | zullen designeren | zullen designeren | zullen designeren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou designeren | zou designeren | zou(dt) designeren | zoudt designeren | zou designeren | zouden designeren | zouden designeren | zouden designeren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gedesigneerd | hebt gedesigneerd | hebt/heeft gedesigneerd | hebt gedesigneerd | heeft gedesigneerd | hebben gedesigneerd | hebben gedesigneerd | hebben gedesigneerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gedesigneerd | had gedesigneerd | had gedesigneerd | hadt gedesigneerd | had gedesigneerd | hadden gedesigneerd | hadden gedesigneerd | hadden gedesigneerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedesigneerd hebben | zal/zult gedesigneerd hebben | zult/zal gedesigneerd hebben | zult gedesigneerd hebben | zal gedesigneerd hebben | zullen gedesigneerd hebben | zullen gedesigneerd hebben | zullen gedesigneerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedesigneerd hebben | zou gedesigneerd hebben | zou/zoudt gedesigneerd hebben | zoudt gedesigneerd hebben | zou gedesigneerd hebben | zouden gedesigneerd hebben | zouden gedesigneerd hebben | zouden gedesigneerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gedesigneerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gedesigneerd | er is gedesigneerd | |||||||||
verleden | er werd gedesigneerd | er was gedesigneerd | |||||||||
toekomend | er zal gedesigneerd worden | er zal gedesigneerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gedesigneerd worden | er zou gedesigneerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gedesigneerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gedesigneerd worden | gedesigneerd te worden | ||||||||
toekomend | gedesigneerd zullen worden | gedesigneerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gedesigneerd zijn | gedesigneerd te zijn | ||||||||
toekomend | gedesigneerd zullen zijn | gedesigneerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gedesigneerd | wordt gedesigneerd | wordt gedesigneerd | wordt gedesigneerd | wordt gedesigneerd | worden gedesigneerd | worden gedesigneerd | worden gedesigneerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gedesigneerd | werd gedesigneerd | werd gedesigneerd | werdt gedesigneerd | werd gedesigneerd | werden gedesigneerd | werden gedesigneerd | werden gedesigneerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gedesigneerd worden | zult gedesigneerd worden | zult gedesigneerd worden | zult gedesigneerd worden | zal gedesigneerd worden | zullen gedesigneerd worden | zullen gedesigneerd worden | zullen gedesigneerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gedesigneerd worden | zou gedesigneerd worden | zou/zoudt gedesigneerd worden | zoudt gedesigneerd worden | zou gedesigneerd worden | zouden gedesigneerd worden | zouden gedesigneerd worden | zouden gedesigneerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gedesigneerd | bent gedesigneerd | bent/is gedesigneerd | zijt gedesigneerd | is gedesigneerd | zijn gedesigneerd | zijn gedesigneerd | zijn gedesigneerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gedesigneerd | was gedesigneerd | was gedesigneerd | waart gedesigneerd | was gedesigneerd | waren gedesigneerd | waren gedesigneerd | waren gedesigneerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedesigneerd zijn | zult gedesigneerd zijn | zult gedesigneerd zijn | zult gedesigneerd zijn | zal gedesigneerd zijn | zullen gedesigneerd zijn | zullen gedesigneerd zijn | zullen gedesigneerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedesigneerd zijn | zou gedesigneerd zijn | zou/zoudt gedesigneerd zijn | zoudt gedesigneerd zijn | zou gedesigneerd zijn | zouden gedesigneerd zijn | zouden gedesigneerd zijn | zouden gedesigneerd zijn |