designeer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·sig·neer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
designeren |
designeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van designeren
- Ik designeer.
- gebiedende wijs van designeren
- Designeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van designeren
- Designeer je?
Gangbaarheid
- Het woord 'designeer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.