decompenseren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van decompenseren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		decompenseren			te decompenseren
	toekomend		zullen decompenseren			te zullen decompenseren
voltooid	tegenwoordig		hebben gedecompenseerd			te hebben gedecompenseerd
	toekomend		gedecompenseerd zullen hebben			gedecompenseerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	decompenserend		gedecompenseerd			ev. decompenseer	mv. verouderd decompenseert	decompensere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	decompenseer	decompenseert	decompenseert	decompenseert	decompenseert	decompenseren	decompenseren	decompenseren
verleden (o.v.t.)	decompenseerde	decompenseerde	decompenseerde	decompenseerde	decompenseerde	decompenseerden	decompenseerden	decompenseerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal decompenseren	zult/zal decompenseren	zult/zal decompenseren	zult decompenseren	zal decompenseren	zullen decompenseren	zullen decompenseren	zullen decompenseren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou decompenseren	zou decompenseren	zou(dt) decompenseren	zoudt decompenseren	zou decompenseren	zouden decompenseren	zouden decompenseren	zouden decompenseren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gedecompenseerd	hebt gedecompenseerd	hebt/heeft gedecompenseerd	hebt gedecompenseerd	heeft gedecompenseerd	hebben gedecompenseerd	hebben gedecompenseerd	hebben gedecompenseerd
verleden (v.v.t.)	had gedecompenseerd	had gedecompenseerd	had gedecompenseerd	hadt gedecompenseerd	had gedecompenseerd	hadden gedecompenseerd	hadden gedecompenseerd	hadden gedecompenseerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gedecompenseerd hebben	zal/zult gedecompenseerd hebben	zult/zal gedecompenseerd hebben	zult gedecompenseerd hebben	zal gedecompenseerd hebben	zullen gedecompenseerd hebben	zullen gedecompenseerd hebben	zullen gedecompenseerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gedecompenseerd hebben	zou gedecompenseerd hebben	zou/zoudt gedecompenseerd hebben	zoudt gedecompenseerd hebben	zou gedecompenseerd hebben	zouden gedecompenseerd hebben	zouden gedecompenseerd hebben	zouden gedecompenseerd hebben