chinois

Nederlands

chinois

Uitspraak

• Geluid:  chinois    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• chi·nois

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	chinois	chinoises
verkleinwoord	chinoistje	chinoistjes

Zelfstandig naamwoord

chinois

1. (huishouden) (kookkunst) Fijnmazige, conische zeef waar ingrediënten met een (houten) lepel doorheen worden geduwd. Vooral gebruikt voor het zeven van sauzen

Synoniemen

• Chinese zeef, puntzeef

Afgeleide begrippen

• chinoiserie, chinoiseren

Vertalingen

    1.   

Spaans: colador chino (es) m, chino (es) m

Gangbaarheid

• Het woord 'chinois' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Frans

Zelfstandig naamwoord

chinois m

1. (taal) Chinees; de voornaamste taal die in China gesproken wordt.