categoriseren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van categoriseren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		categoriseren			te categoriseren
	toekomend		zullen categoriseren			te zullen categoriseren
voltooid	tegenwoordig		hebben gecategoriseerd			te hebben gecategoriseerd
	toekomend		gecategoriseerd zullen hebben			gecategoriseerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	categoriserend		gecategoriseerd			ev. categoriseer	mv. verouderd categoriseert	categorisere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	categoriseer	categoriseert	categoriseert	categoriseert	categoriseert	categoriseren	categoriseren	categoriseren
verleden (o.v.t.)	categoriseerde	categoriseerde	categoriseerde	categoriseerde	categoriseerde	categoriseerden	categoriseerden	categoriseerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal categoriseren	zult/zal categoriseren	zult/zal categoriseren	zult categoriseren	zal categoriseren	zullen categoriseren	zullen categoriseren	zullen categoriseren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou categoriseren	zou categoriseren	zou(dt) categoriseren	zoudt categoriseren	zou categoriseren	zouden categoriseren	zouden categoriseren	zouden categoriseren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gecategoriseerd	hebt gecategoriseerd	hebt/heeft gecategoriseerd	hebt gecategoriseerd	heeft gecategoriseerd	hebben gecategoriseerd	hebben gecategoriseerd	hebben gecategoriseerd
verleden (v.v.t.)	had gecategoriseerd	had gecategoriseerd	had gecategoriseerd	hadt gecategoriseerd	had gecategoriseerd	hadden gecategoriseerd	hadden gecategoriseerd	hadden gecategoriseerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gecategoriseerd hebben	zal/zult gecategoriseerd hebben	zult/zal gecategoriseerd hebben	zult gecategoriseerd hebben	zal gecategoriseerd hebben	zullen gecategoriseerd hebben	zullen gecategoriseerd hebben	zullen gecategoriseerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gecategoriseerd hebben	zou gecategoriseerd hebben	zou/zoudt gecategoriseerd hebben	zoudt gecategoriseerd hebben	zou gecategoriseerd hebben	zouden gecategoriseerd hebben	zouden gecategoriseerd hebben	zouden gecategoriseerd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gecategoriseerd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gecategoriseerd				er is gecategoriseerd
verleden	er werd gecategoriseerd				er was gecategoriseerd
toekomend	er zal gecategoriseerd worden				er zal gecategoriseerd zijn
voorwaardelijk	er zou gecategoriseerd worden				er zou gecategoriseerd zijn
lijdende vorm gecategoriseerd worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		gecategoriseerd worden			gecategoriseerd te worden
	toekomend		gecategoriseerd zullen worden			gecategoriseerd te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		gecategoriseerd zijn			gecategoriseerd te zijn
	toekomend		gecategoriseerd zullen zijn			gecategoriseerd te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word gecategoriseerd	wordt gecategoriseerd	wordt gecategoriseerd	wordt gecategoriseerd	wordt gecategoriseerd	worden gecategoriseerd	worden gecategoriseerd	worden gecategoriseerd
verleden (o.v.t.)	werd gecategoriseerd	werd gecategoriseerd	werd gecategoriseerd	werdt gecategoriseerd	werd gecategoriseerd	werden gecategoriseerd	werden gecategoriseerd	werden gecategoriseerd
toekomend (o.t.t.t.)	zal gecategoriseerd worden	zult gecategoriseerd worden	zult gecategoriseerd worden	zult gecategoriseerd worden	zal gecategoriseerd worden	zullen gecategoriseerd worden	zullen gecategoriseerd worden	zullen gecategoriseerd worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou gecategoriseerd worden	zou gecategoriseerd worden	zou/zoudt gecategoriseerd worden	zoudt gecategoriseerd worden	zou gecategoriseerd worden	zouden gecategoriseerd worden	zouden gecategoriseerd worden	zouden gecategoriseerd worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben gecategoriseerd	bent gecategoriseerd	bent/is gecategoriseerd	zijt gecategoriseerd	is gecategoriseerd	zijn gecategoriseerd	zijn gecategoriseerd	zijn gecategoriseerd
verleden (v.v.t.)	was gecategoriseerd	was gecategoriseerd	was gecategoriseerd	waart gecategoriseerd	was gecategoriseerd	waren gecategoriseerd	waren gecategoriseerd	waren gecategoriseerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gecategoriseerd zijn	zult gecategoriseerd zijn	zult gecategoriseerd zijn	zult gecategoriseerd zijn	zal gecategoriseerd zijn	zullen gecategoriseerd zijn	zullen gecategoriseerd zijn	zullen gecategoriseerd zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gecategoriseerd zijn	zou gecategoriseerd zijn	zou/zoudt gecategoriseerd zijn	zoudt gecategoriseerd zijn	zou gecategoriseerd zijn	zouden gecategoriseerd zijn	zouden gecategoriseerd zijn	zouden gecategoriseerd zijn