brouwer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brou·wer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brouwer brouwers
verkleinwoord brouwertje brouwertjes

Zelfstandig naamwoord

de brouwerm

  1. (beroep) iemand die bier maakt om te verhandelen (tegenwoordig ook wel als hobby)
  2. (bedrijf) onderneming die bier maakt om te verhandelen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen