binnenwaaien/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van binnenwaaien
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		binnenwaaien			binnen te waaien
	toekomend		zullen binnenwaaien binnen zullen waaien			te zullen binnenwaaien binnen te zullen waaien
voltooid	tegenwoordig		zijn binnengewaaid			te zijn binnengewaaid
	toekomend		binnengewaaid zullen zijn			binnengewaaid te zullen zijn
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	binnenwaaiend		binnengewaaid			ev. waai binnen	mv. verouderd waait binnen	waaie binnen (bijzin) binnenwaaie
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	waai binnen	waait binnen	waait binnen	waait binnen	waait binnen	waaien binnen	waaien binnen	waaien binnen
verleden (o.v.t.)	waaide binnen/ woei binnen	waaide binnen/ woei binnen	waaide binnen/ woei binnen	waaide binnen/ woei binnen	waaide binnen/ woei binnen	waaiden binnen/ woeien binnen	waaiden binnen/ woeien binnen	waaiden binnen/ woeien binnen
toekomend (o.t.t.t.)	zal binnenwaaien	zult/zal binnenwaaien	zult/zal binnenwaaien	zult binnenwaaien	zal binnenwaaien	zullen binnenwaaien	zullen binnenwaaien	zullen binnenwaaien
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou binnenwaaien	zou binnenwaaien	zou(dt) binnenwaaien	zoudt binnenwaaien	zou binnenwaaien	zouden binnenwaaien	zouden binnenwaaien	zouden binnenwaaien
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	binnenwaai	binnenwaait	binnenwaait	binnenwaait	binnenwaait	binnenwaaien	binnenwaaien	binnenwaaien
verleden (o.v.t.)	binnenwaaide/ binnenwoei	binnenwaaide/ binnenwoei	binnenwaaide/ binnenwoei	binnenwaaide/ binnenwoei	binnenwaaide/ binnenwoei	binnenwaaiden/ binnenwoeien	binnenwaaiden/ binnenwoeien	binnenwaaiden/ binnenwoeien
toekomend (o.t.t.t.)	zal binnenwaaien binnen zal waaien	zult/zal binnenwaaien binnen zult/zal waaien	zult/zal binnenwaaien binnen zult/zal waaien	zult binnenwaaien binnen zult waaien	zal binnenwaaien binnen zal waaien	zullen binnenwaaien binnen zullen waaien	zullen binnenwaaien binnen zullen waaien	zullen binnenwaaien binnen zullen waaien
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou binnenwaaien binnen zou waaien	zou binnenwaaien binnen zou waaien	zou(dt) binnenwaaien binnen zou(dt) waaien	zoudt binnenwaaien binnen zoudt waaien	zou binnenwaaien binnen zou waaien	zouden binnenwaaien binnen zouden waaien	zouden binnenwaaien binnen zouden waaien	zouden binnenwaaien binnen zouden waaien
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben binnengewaaid	bent binnengewaaid	bent/is binnengewaaid	zijt binnengewaaid	is binnengewaaid	zijn binnengewaaid	zijn binnengewaaid	zijn binnengewaaid
verleden (v.v.t.)	was binnengewaaid	was binnengewaaid	was binnengewaaid	waart binnengewaaid	was binnengewaaid	waren binnengewaaid	waren binnengewaaid	waren binnengewaaid
toekomend (v.t.t.t.)	zal binnengewaaid zijn	zal/zult binnengewaaid zijn	zult/zal binnengewaaid zijn	zult binnengewaaid zijn	zal binnengewaaid zijn	zullen binnengewaaid zijn	zullen binnengewaaid zijn	zullen binnengewaaid zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou binnengewaaid zijn	zou binnengewaaid zijn	zou/zoudt binnengewaaid zijn	zoudt binnengewaaid zijn	zou binnengewaaid zijn	zouden binnengewaaid zijn	zouden binnengewaaid zijn	zouden binnengewaaid zijn