begeesteren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van begeesteren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		begeesteren			te begeesteren
	toekomend		zullen begeesteren			te zullen begeesteren
voltooid	tegenwoordig		hebben begeesterd			te hebben begeesterd
	toekomend		begeesterd zullen hebben			begeesterd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	begeesterend		begeesterd			ev. begeester	mv. verouderd begeestert	begeestere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	begeester	begeestert	begeestert	begeestert	begeestert	begeesteren	begeesteren	begeesteren
verleden (o.v.t.)	begeesterde	begeesterde	begeesterde	begeesterde	begeesterde	begeesterden	begeesterden	begeesterden
toekomend (o.t.t.t.)	zal begeesteren	zult/zal begeesteren	zult/zal begeesteren	zult begeesteren	zal begeesteren	zullen begeesteren	zullen begeesteren	zullen begeesteren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou begeesteren	zou begeesteren	zou(dt) begeesteren	zoudt begeesteren	zou begeesteren	zouden begeesteren	zouden begeesteren	zouden begeesteren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb begeesterd	hebt begeesterd	hebt/heeft begeesterd	hebt begeesterd	heeft begeesterd	hebben begeesterd	hebben begeesterd	hebben begeesterd
verleden (v.v.t.)	had begeesterd	had begeesterd	had begeesterd	hadt begeesterd	had begeesterd	hadden begeesterd	hadden begeesterd	hadden begeesterd
toekomend (v.t.t.t.)	zal begeesterd hebben	zal/zult begeesterd hebben	zult/zal begeesterd hebben	zult begeesterd hebben	zal begeesterd hebben	zullen begeesterd hebben	zullen begeesterd hebben	zullen begeesterd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou begeesterd hebben	zou begeesterd hebben	zou/zoudt begeesterd hebben	zoudt begeesterd hebben	zou begeesterd hebben	zouden begeesterd hebben	zouden begeesterd hebben	zouden begeesterd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm begeesterd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt begeesterd				er is begeesterd
verleden	er werd begeesterd				er was begeesterd
toekomend	er zal begeesterd worden				er zal begeesterd zijn
voorwaardelijk	er zou begeesterd worden				er zou begeesterd zijn