begeestert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: begeestert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·gees·tert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
begeesteren |
begeestert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begeesteren
- Jij begeestert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begeesteren
- Hij begeestert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van begeesteren
- Begeestert!