baobab

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Adansonia grandidieri
Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·o·bab
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord baobab baobabs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

baobab m

  1. (plantkunde) Adansonia op Wikispecies een geslacht van acht soorten dikstammige bomen uit droge, warme gebieden
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

52 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Slowaaks

Uitspraak
Woordafbreking
  • bao·bab

Zelfstandig naamwoord

baobab m

  1. (plantkunde) apenbroodboom; baobab
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • bao·bab

Zelfstandig naamwoord

baobab m onbezield

  1. (plantkunde) apenbroodboom; baobab
    «Baobab roste v prvních letech svého života velmi rychle.»
    De apenbroodboom groeit in zijn eerste levensjaren zeer snel.
Verbuiging
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Verwijzingen