automutileren/vervoeging
Uiterlijk
vervoeging van de bedrijvende vorm van automutileren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | automutileren | te automutileren | ||||||
toekomend | zullen automutileren | te zullen automutileren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geautomutileerd | te hebben geautomutileerd | ||||||
toekomend | geautomutileerd zullen hebben | geautomutileerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
automutilerend | geautomutileerd | ev. automutileer |
mv. verouderd automutileert |
automutilere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | automutileer | automutileert | automutileert | automutileert | automutileert | automutileren | automutileren | automutileren | |
verleden (o.v.t.) | automutileerde | automutileerde | automutileerde | automutileerde | automutileerde | automutileerden | automutileerden | automutileerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal automutileren | zult/zal automutileren | zult/zal automutileren | zult automutileren | zal automutileren | zullen automutileren | zullen automutileren | zullen automutileren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou automutileren | zou automutileren | zou(dt) automutileren | zoudt automutileren | zou automutileren | zouden automutileren | zouden automutileren | zouden automutileren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geautomutileerd | hebt geautomutileerd | hebt/heeft geautomutileerd | hebt geautomutileerd | heeft geautomutileerd | hebben geautomutileerd | hebben geautomutileerd | hebben geautomutileerd | |
verleden (v.v.t.) | had geautomutileerd | had geautomutileerd | had geautomutileerd | hadt geautomutileerd | had geautomutileerd | hadden geautomutileerd | hadden geautomutileerd | hadden geautomutileerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal geautomutileerd hebben | zal/zult geautomutileerd hebben | zult/zal geautomutileerd hebben | zult geautomutileerd hebben | zal geautomutileerd hebben | zullen geautomutileerd hebben | zullen geautomutileerd hebben | zullen geautomutileerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geautomutileerd hebben | zou geautomutileerd hebben | zou/zoudt geautomutileerd hebben | zoudt geautomutileerd hebben | zou geautomutileerd hebben | zouden geautomutileerd hebben | zouden geautomutileerd hebben | zouden geautomutileerd hebben |