automutileerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·mu·ti·leer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
automutileren |
automutileerden
- meervoud verleden tijd van automutileren
- Wij automutileerden.
- Jullie automutileerden.
- Zij automutileerden.
- Wij automutileerden.