Naar inhoud springen

aanklager

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·kla·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanklager aanklagers
verkleinwoord (aanklagertje) (aanklagertjes)

Zelfstandig naamwoord

aanklager m

  1. (juridisch) iemand die een proces aanspant
Hyponiemen
Typische woordcombinaties
officier van justitie
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be