anklager

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·kla·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel an-

Zelfstandig naamwoord

Naar frequentie 3207

anklager

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van anklage


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·kla·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel an-
Naar frequentie 4352

Werkwoord

anklager

  1. zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van anklage