Noors

Nederlands

ISO 639-3
nor
volledig
und:ine:gem:gmq:nor
bestand

Uitspraak

• Geluid:  Noors    (hulp, bestand)
• IPA:
  • (Noord-Nederland): /no̝ːrs/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /noːrs/

Woordafbreking

• Noors

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Noors	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

Noors o

1. (taal) de taal die wordt gesproken in Noorwegen

   • Ik zoek een vertaler voor de talen Engels, Frans en Noors. 

Vertalingen

    1. de taal die wordt gesproken in Noorwegen   

Arabisch: النرويجية (ar) v Catalaans: noruec (ca) m Deens: norsk (da) Duits: Norwegisch (de) o Engels: Norwegian (en) Esperanto: norvega lingvo (eo) Estisch: norra keel (et) Fins: norjan kieli (fi), norja (fi) Frans: norvégien (fr) m Grieks: νορβηγικά (el) Hebreeuws: נורווגית (he) v Hongaars: norvég (hu) IJslands: norska (is) Indonesisch: bahasa Norwegia (id) Interlingua: norvegiano (ia)

Italiaans: norvegese (it) m Japans: ノルウェー語 (ja) Lets: norvēģu (lv) Nedersaksisch: Norweegsch (nds) Noors: norsk (no) m / o Nynorsk: norsk (nn) m Pools: norweski (pl) m Portugees: norueguês (pt) m Roemeens: norvegiană (ro) v Russisch: норвежский (ru) m Spaans: noruego (es) m Tsjechisch: norština (cs) v Turks: Norveççe (tr) Zweeds: norska (sv) g

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

	stellend
onverbogen	Noors
verbogen	Noorse

Bijvoeglijk naamwoord

Noors

1. (demoniem) betreffende Noorwegen en/of het Noors

   • Ik zoek een Noorse vertaler. 

Vertalingen

    1. betreffende Noorwegen en/of het Noors   

Catalaans: noruec (ca) m, noruega (ca) v Chinees: 挪威语的 (zh) Deens: norsk (da) Duits: norwegisch (de) Engels: Norwegian (en) Esperanto: norvega (eo) Fins: norjalainen (fi) Frans: norvégien (fr) m, norvégienne (fr) v Hongaars: norvég (hu), norvégiai (hu) Interlingua: norvegian (ia) Italiaans: norvegese (it) v

Japans: ノルウェー (ja) Lets: norvēģu (lv) Noors: norsk (no) Nynorsk: norsk (nn) Portugees: norueguês (pt) Roemeens: norvegian (ro) m, norvegiană (ro) v Russisch: норвежский (ru) Spaans: noruego (es) m, noruega (es) v Tsjechisch: norský (cs) m Turks: Norveç (tr) Volapük: nolügik (vo) Zweeds: norsk (sv)

Afrikaans

Uitspraak

• IPA: /nuə̯rs/

Zelfstandig naamwoord

Noors

1. (taal) Noors

Bijvoeglijk naamwoord

Noors

1. (demoniem) Noors