starten: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Snorrebot (overleg | bijdragen)
k →‎top: vervanging sjabloon:=, zie Kroeg
Regel 27: Regel 27:
*[[startbox]]
*[[startbox]]
*[[starter]]
*[[starter]]

{{=}}
{{==}}
*[[startgeld]]
*[[startgeld]]
*[[startgewicht]]
*[[startgewicht]]
Regel 35: Regel 36:
*[[startklaar]]
*[[startklaar]]
*[[startknop]]
*[[startknop]]

{{=}}
{{==}}
*[[startkwalificatie]]
*[[startkwalificatie]]
*[[startlijn]]
*[[startlijn]]
Regel 43: Regel 45:
*[[startnotitie]]
*[[startnotitie]]
*[[startnummer]]
*[[startnummer]]

{{=}}
{{==}}
*[[startonderbreker]]
*[[startonderbreker]]
*[[startpagina]]
*[[startpagina]]
Regel 51: Regel 54:
*[[startraket]]
*[[startraket]]
*[[startrij]]
*[[startrij]]

{{=}}
{{==}}
*[[startscherm]]
*[[startscherm]]
*[[startschot]]
*[[startschot]]

Versie van 4 jul 2020 14:09

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • star·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘beginnen’ voor het eerst aangetroffen in 1893 [1]
  • afgeleid van start met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
starten
startte
gestart
zwak -t volledig

Werkwoord

starten

  1. overgankelijk iets op gang brengen
    • Hij had zijn motor nog niet gestart. 
  2. ergatief ergens een begin mee maken
    • Hij is al vroeg in de morgen gestart. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen


Deens

Woordafbreking
  • star·ten
Naar frequentie 2114

Zelfstandig naamwoord

starten, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van start


Noors

Woordafbreking
  • star·ten
Naar frequentie 2915

Zelfstandig naamwoord

starten,

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van start


Nynorsk

Woordafbreking
  • star·ten

Zelfstandig naamwoord

starten, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van start