gezellig: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Zatev (overleg | bijdragen)
k + nds, + vel
Leo R. (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 28: Regel 28:
*{{deu}}: {{trad|de|gemütlich}}, {{trad|de|erfrischend}}
*{{deu}}: {{trad|de|gemütlich}}, {{trad|de|erfrischend}}
*{{eng}}: {{trad|en|engaging}}
*{{eng}}: {{trad|en|engaging}}
*{{fra}}: {{trad|fr|agréable}}, {{trad|fr|gentil}}
*{{fra}}: {{trad|fr|agréable}}, {{trad|fr|convivial}}, {{trad|fr|gentil}}
{{trans-mid}}
{{trans-mid}}
*{{nor}}: {{trad|no|koselig}}, {{trad|no|intim}}
*{{nor}}: {{trad|no|koselig}}, {{trad|no|intim}}

Versie van 2 feb 2020 14:29

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zel·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘knus’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Afleiding van gezel met het achtervoegsel -ig [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gezellig gezelliger gezelligst
verbogen gezellige gezelligere gezelligste
partitief gezelligs gezelligers -

Bijvoeglijk naamwoord

gezellig

  1. sociaal aangenaam
    • Wat een gezellig diner! 
  2. knus
    • Dit is een gezellige kamer. 
  3. leuk, onderhoudend
    • Dit is een gezellige brief. 
Opmerkingen
  • Het woord is moeilijk te vertalen in andere talen. Denk bijv. aan: gezellig dat je er bent! Wat is het hier gezellig!
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Nedersaksisch

Bijvoeglijk naamwoord

gezellig

  1. gezellig


Veluws

Bijvoeglijk naamwoord

gezellig

  1. gezellig