Nederlander

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ne·der·lan·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Nederlander Nederlanders
verkleinwoord Nederlandertje Nederlandertjes

Zelfstandig naamwoord

Nederlander m

  1. (demoniem) een inwoner van Nederland of persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit
  2. (geschiedenis) (demoniem) een inwoner van de zeventien Nederlanden van weleer
    • Beroemde componisten van de Renaissance, zoals Josquin en Ockeghem worden soms Nederlanders genoemd omdat zij uit de Bourgondische Nederlanden kwamen, meest uit het graafschap Vlaanderen of het hertogdom Brabant. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

Heel wat Nederlanders.

Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid