Bruxellensis

Latijn

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van Bruxellae ("Brussel") met het achtervoegsel -ensis.

Bijvoeglijk naamwoord

Bruxellensis

1. (demoniem) Brussels

Verbuiging

	enkelvoud			meervoud
	mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	mannelijk	vrouwelijk	onzijdig
nominatief	Bruxellensis	Bruxellensis	Bruxellense	Bruxellensēs	Bruxellensēs	Bruxellensia
genitief	Bruxellensis	Bruxellensis	Bruxellensis	Bruxellensium	Bruxellensium	Bruxellensium
datief	Bruxellensī	Bruxellensī	Bruxellensī	Bruxellensibus	Bruxellensibus	Bruxellensibus
accusatief	Bruxellensem	Bruxellensem	Bruxellense	Bruxellensēs	Bruxellensēs	Bruxellensia
ablatief	Bruxellensī	Bruxellensī	Bruxellensī	Bruxellensibus	Bruxellensibus	Bruxellensibus
vocatief	Bruxellensis	Bruxellensis	Bruxellense	Bruxellensēs	Bruxellensēs	Bruxellensia
Vergrotende trap (comparatief) (nom. m. enk.): Bruxellensior
Overtreffende trap (superlatief) (nom. m. enk.): Bruxellensissimus