zwerver

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwer·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwerver zwervers
verkleinwoord zwervertje zwervertjes

Zelfstandig naamwoord

de zwerverv / m

  1. iemand die geen vast verblijf heeft; landloper
    • In de meeste steden lopen zwervers rond. 
     Ik zag er uit als een zwerver en maakte er een enorme troep van.[1]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be