zwerveling
Uiterlijk
- Geluid: zwerveling (hulp, bestand)
- zwer·ve·ling
- Naamwoord van handeling van zwerven met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwerveling | zwervelingen |
verkleinwoord | zwervelinkje | zwervelinkjes |
de zwerveling m
- iemand die zwerft
- Een vluchteling en een zwerveling zult gij op de aarde zijn.[2]
- Het woord zwerveling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwerveling" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ zwerveling op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Genesis 4:12
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be