vereren
Uiterlijk
- ver·eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vereren |
vereerde |
vereerd |
zwak -d | volledig |
vereren
- overgankelijk tot onderwerp van aanbidding hebben, eer bewijzen
- Zij vereren er de geesten van hun voorouders.
- ▸ In de Grieks-en in de Rooms-Katholieke kerk werd hij vereerd. Reeds in de negende eeuw breidde zijn roem zich uit van Klein-Azië naar Italië en omstreeks het jaar duizend zelfs over de Alpen.[1]
1. tot onderwerp van aanbidding hebben, eer bewijzen
- Het woord vereren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vereren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 10
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %