adorar

Catalaans

stamtijd
tegenw. tijd	verleden tijd	voltooid deelwoord
adoro	adorava	adorat
1e vervoeging	volledig

Werkwoord

adorar

1. aanbidden, vereren
2. verafgoden

Spaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• a·do·rar

stamtijd
infinitief	verleden tijd	voltooid deelwoord
adorar	adoraba	adorado
	volledig

Werkwoord

adorar

Woordafbreking

• a·do·rar

1. overgankelijk aanbidden, vereren
2. bidden
3. adoreren, verafgoden

Verwante begrippen

• adorable, adoración, adorador

Synoniemen

• [1] venerar, amar, rendir
• [2] rezar
• [3] idolatrar

Verwijzingen

• adorar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española