vereerder
Uiterlijk
- ver·eer·der
- Naamwoord van handeling van vereren met het achtervoegsel -der[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vereerder | vereerders |
verkleinwoord |
de vereerder m
- iemand die iets of iemand heel erg hoogacht en bewondert
- Buiten werd de 10 jaar oude bank door een nieuwe vervangen. Het hout van de tafel en de zitbanken waren helemaal verrot. Met toestemming van de provincie Overijssel is een nieuwe bank geplaatst. Het daarvoor benodigde tropische hardhout was een geschenk van een Maria-vereerder uit Westerhaar; Jan Wilbers uit Agelo timmerde er een fraaie tafel en twee stevige zitbanken van. [2]
- Volgens Fransman zal het programma Holleeder niet per se in een gunstig daglicht plaatsen: „Je kunt zeggen: de NTR zet hem op een podium. Je kunt ook zeggen dat het een schavot is. Bij een live of semi-live programma neem je altijd een risico.” Het legt wel een zware hypotheek op Huys, stelt Fransman: „Mag blijken dat Huys zich in de uitzending als vereerder opstelt, die liquidaties als collateral damage ziet, dan zal hij zijn langste tijd bij de NTR wel hebben gehad.” [3]
- Er was een man aan het hof die geen profeet was, maar wel een onvoorwaardelijke vereerder van de god van Israël. [4]
- Het woord vereerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vereerder" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 01-10-17 Schotbrookkapel Noord Deurningen is weer als nieuw
- ↑ NRC 4 oktober 2012 Willem Holleeder als gast in tv-show wekt verbazing
- ↑ NRC Guus Kuijer 29 april 2016 Voorpublicatie: ‘De Bijbel voor ongelovigen’ - deel 5 van Guus Kuijer
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be